ECLI:NL:CRVB:2005:AU7796
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de buiten behandelingstelling van een aanvraag om bijstandsuitkering op basis van onvoldoende verstrekte gegevens
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. D. Matadien, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam ongegrond verklaard. Dit besluit betrof de aanvraag van appellant om bijstandsuitkering ingevolge de Algemene bijstandswet, die door gedaagde op 15 januari 2002 buiten behandeling was gesteld. Gedaagde stelde dat appellant niet tijdig de gevraagde aanvullende informatie had verstrekt, ondanks herhaalde verzoeken daartoe.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellant had op 10 december 2001 een aanvraag ingediend, maar verzuimde om de benodigde gegevens te overleggen, zoals een beslissing omtrent een werkloosheidsuitkering en een ingevuld formulier onderhoudsplicht. De Raad oordeelde dat gedaagde terecht om deze gegevens had verzocht, aangezien deze essentieel waren voor de beoordeling van de aanvraag.
Appellant voerde in hoger beroep aan dat niet vaststond dat gedaagde de verzoeken om informatie had verzonden. De Raad verwierp deze stelling, omdat er geen bewijs was dat appellant in de onmogelijkheid verkeerde om de gevraagde informatie tijdig te verstrekken. De Raad concludeerde dat gedaagde bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen op basis van artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep was derhalve om de aangevallen uitspraak te bevestigen, waarbij de Raad de argumenten van appellant niet kon volgen.