ECLI:NL:CRVB:2005:AU8118
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Weigering tot erkenning als burgeroorlogsslachtoffer en de beoordeling van psychische en lichamelijke klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, die in 1930 is geboren, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres had een aanvraag ingediend om erkend te worden als burgeroorlogsslachtoffer op basis van psychische en lichamelijke klachten die zij toeschrijft aan haar ervaringen tijdens de Japanse bezetting en de Bersiap-periode in het voormalige Nederlands-Indië. De aanvraag werd eerder afgewezen, maar eiseres diende in oktober 2002 een hernieuwde aanvraag in, waarbij zij longemfyseem en vermoeidheidsklachten aanvoerde.
De Raad heeft de zaak behandeld op 20 oktober 2005, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. drs. C. Lamphen. De verweerster, de Pensioen- en Uitkeringsraad, werd vertegenwoordigd door mr. C. Vooijs. De Raad moest beoordelen of het besluit van verweerster, dat de aanvraag van eiseres afwees, in stand kon blijven. De Raad concludeerde dat er geen blijvende invaliditeit was vastgesteld die voortkwam uit de oorlogsgeweld, ondanks de erkenning van psychische klachten.
De Raad oordeelde dat de beperkingen die eiseres ervaart in haar dagelijks leven voornamelijk het gevolg zijn van haar longemfyseem en niet van de psychische klachten die zij aanvoert. De medische adviezen die aan het besluit ten grondslag lagen, werden als voldoende zorgvuldig beschouwd. De Raad verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren om verweerster te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van medische gegevens en de relatie tussen klachten en oorlogsgeweld.