ECLI:NL:CRVB:2005:AU8128
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Herziening van besluit tot weigering toekenning pensioen op grond van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945
In deze zaak gaat het om een verzoek tot herziening van een besluit van de Raadskamer WBP van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij de toekenning van een pensioen op grond van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 aan eiser is geweigerd. Eiser, wonende in Ontario (Canada), heeft eerder een aanvraag ingediend die door de Buitengewone Pensioenraad (BPR) is afgewezen. De Raad heeft in een eerdere uitspraak van 14 februari 1985 het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat de door hem aangevoerde verzetsomstandigheden niet voldoende waren om hem als deelnemer aan het verzet te kwalificeren. Eiser heeft in mei 2002 opnieuw verzocht om herziening van de afwijzing, maar verweerster heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die tot een andere beslissing zouden kunnen leiden.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de bevoegdheid tot herziening discretionair is en dat de Raad het bestreden besluit slechts terughoudend kan toetsen. Dit is vooral van belang omdat er al eerder over de zaak is geoordeeld en eerdere verzoeken om herziening zijn afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat eiser geen nieuwe feiten heeft aangedragen die de eerdere besluiten in een ander licht kunnen stellen. Daarom is de Raad van oordeel dat het bestreden besluit niet in rechte kan worden aangetast.
De Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht om proceskosten te vergoeden, en heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met mr. C.G. Kasdorp als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 1 december 2005.