ECLI:NL:CRVB:2005:AU8149
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Erkenning als burgeroorlogsslachtoffer en weigering periodieke uitkering
In deze zaak gaat het om de erkenning van eiseres als burgeroorlogsslachtoffer en de weigering van een periodieke uitkering door de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres, geboren in 1934 in het voormalige Nederlands-Indië, diende in april 2000 een aanvraag in voor een periodieke uitkering op basis van haar status als burgeroorlogsslachtoffer. Deze aanvraag werd aanvankelijk afgewezen op 8 januari 2002, omdat verweerster meende dat er geen sprake was van invaliditeit door oorlogsgeweld. Eiseres heeft hiertegen bezwaar aangetekend, wat leidde tot een nieuw besluit waarin zij wel als burgeroorlogsslachtoffer werd erkend, maar de periodieke uitkering werd geweigerd. Verweerster stelde dat eiseres niet had aangetoond dat zij haar werkzaamheden had moeten beëindigen door haar oorlogsinvaliditeit.
Eiseres betwistte deze weigering en voerde aan dat zij haar werkzaamheden inderdaad had moeten beëindigen vanwege haar psychische klachten. Ze verwees naar documenten van de Landesversicherungsanstalt Westfalen, waaruit bleek dat zij sinds 30 september 1993 niet meer had gewerkt. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat verweerster onvoldoende onderzoek had gedaan naar de reden van werkbeëindiging en dat het bestreden besluit niet zorgvuldig was voorbereid. De Raad oordeelde dat verweerster in strijd had gehandeld met de Algemene wet bestuursrecht en vernietigde het besluit. Tevens werd verweerster veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiseres, die op € 644,- werden vastgesteld.
De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2005, met als voorzitter mr. C.G. Kasdorp en de leden mr. G.L.M.J. Stevens en mr. H.R. Geerling-Brouwer. De Raad bepaalde dat verweerster een nieuw besluit moest nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak.