ECLI:NL:CRVB:2005:AU8530
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Causaal verband tussen blaascarcinoom en vervolging in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak gaat het om een beroep van eiser, een vervolgde en uitkeringsgerechtigde, tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser heeft een aanvraag ingediend voor vergoeding van kosten van medische behandeling in verband met een blaascarcinoom, dat hij stelt te relateren aan zijn eerdere maagcarcinoom en de vervolging die hij heeft ondergaan. De verweerster heeft deze aanvraag afgewezen, stellende dat er geen causaal verband is tussen het blaascarcinoom en de vervolging, maar dat het door andere oorzaken is ontstaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 17 november 2005, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerster vertegenwoordigd was door A.T.M. Vroom-van Berckel. De Raad heeft vastgesteld dat eiser in het verleden al erkend heeft gekregen dat zijn psychische en fysieke klachten, waaronder maagcarcinoom, verband houden met de vervolging. Echter, voor de holvoeten is dit verband niet aanvaard.
Eiser heeft betoogd dat het blaascarcinoom een uitzaaiing is van het maagcarcinoom en dat de verminderde auto-immuniteit door de behandeling van het maagcarcinoom heeft bijgedragen aan het ontstaan van het blaascarcinoom. De Raad heeft echter geconcludeerd dat het bestreden besluit in stand kan blijven. De Raad heeft geen termen gezien om proceskosten te vergoeden en heeft het beroep ongegrond verklaard. De beslissing is op 15 december 2005 openbaar uitgesproken door de Centrale Raad van Beroep, met de voorzitter en twee leden.