ECLI:NL:CRVB:2005:AU8839

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/5996 WVG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M.I. 't Hooft
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de goedkoopste adequate vervoersvoorziening voor gehandicapten

In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, gaat het om de beoordeling van de goedkoopste adequate vervoersvoorziening voor een gehandicapte gedaagde. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen heeft in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank Assen aangevochten, die het bestreden besluit van 20 juni 2002 had vernietigd. De rechtbank had geoordeeld dat de gemeente ten onrechte het verzoek om een individuele vervoersvoorziening had afgewezen en in plaats daarvan recht had gegeven op deelname aan het collectief vervoer. De rechtbank baseerde haar oordeel op de aanbevelingen van het 'Landelijk Protocol Wvg', dat stelt dat bij voorkeur van een duurdere voorziening een financiële tegemoetkoming moet worden verstrekt ter waarde van de goedkoopste adequate voorziening.

Tijdens de zitting op 16 november 2005 zijn partijen niet verschenen. De Raad heeft de feiten en toepasselijke bepalingen van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en de gemeentelijke Verordening in overweging genomen. De Raad concludeert dat de rechtbank het onderzoek en advies van de GGD zorgvuldig heeft bevonden en dat de resterende mobiliteit, sociale contacten en hobby's van gedaagde in aanmerking zijn genomen. De Raad oordeelt dat het collectief vervoer in dit geval de goedkoopste adequate vervoersvoorziening is.

De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak, behoudens het gedeelte waarin het beroep voor het overige ongegrond is verklaard. Het inleidend beroep, voor zover het betrekking heeft op de vervoersvoorziening, wordt ongegrond verklaard. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.I. 't Hooft, in tegenwoordigheid van S.M.A. School als griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 december 2005.

Uitspraak

03/5996 WVG
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
het College van burgemeester een wethouders van de gemeente Emmen, appellant,
en
[gedaagde], wonende te [woonplaats], gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Appellant is op de bij het beroepschrift en de toelichting daarop van 4 oktober 2005
aangevoerde gronden in hoger beroep gekomen van de op 30 oktober 2003 tussen partijen gewezen uitspraak van de rechtbank Assen (reg.nr. 02/616 WVG).
Gedaagde heeft een verweerschrift en een nader stuk van 24 oktober 2005 (met bijlagen) ingediend.
Het geding is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 16 november 2005, waar partijen - met bericht - niet zijn verschenen.
II. MOTIVERING
Voor een uiteenzetting van de feiten en de toepasselijke bepalingen van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en de op die wet gebaseerde Verordening voorzieningen gehandicapten van de gemeente Emmen (de Verordening), verwijst de Raad, gelet op de inhoud van de gedingstukken, naar de aangevallen uitspraak.
Bij de aangevallen uitspraak is het beroep tegen het bestreden besluit van 20 juni 2002,
voorzover bij dat besluit het verzoek om een individuele vervoersvoorziening is afgewezen en een recht op deelname aan het collectief vervoer is toegekend, gegrond verklaard. De rechtbank heeft het bestreden besluit in zoverre vernietigd, met bepalingen omtrent proceskosten en griffierecht, en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. De gedeeltelijke vernietiging berust op de zienswijze van de rechtbank dat appellant ten gunste van gedaagde had moeten afwijken van het ingevolge de Verordening geldende primaat van het collectief vervoer. De rechtbank heeft dat oordeel gebaseerd op de aanbeveling in het "Landelijk Protocol Wvg" van 26 maart 2002 (het Protocol) om, bij voorkeur van een gehandicapte voor een duurdere voorziening, een financiële tegemoetkoming te verstrekken ter waarde van de goedkoopste adequate voorziening.
De rechtbank heeft overigens het in de aangevallen uitspraak vermelde - op verzoek van appellant tot stand gekomen - onderzoek en advies van de GGD zorgvuldig bevonden. Voorts heeft de rechtbank, gelet op de uit de aanwezige medische en andere gegevens blijkende resterende mobiliteit, sociale contacten en hobbies van gedaagde, geoordeeld dat deelname aan het collectief vervoer in het onderhavige geval de goedkoopte adequate vervoersvoorziening is. Appellant vecht in hoger beroep de aangevallen uitspraak uitsluitend aan voorzover de rechtbank - met een verwijzing naar het Protocol - het bestreden besluit heeft vernietigd.
Gelet daarop ligt in hoger beroep enkel de aangevallen uitspraak, voorzover die ziet op de vervoersvoorziening, ter beoordeling voor. Voorts dient, nu gedaagde geen hoger beroep heeft ingesteld, te worden uitgegaan van de juistheid van het oordeel en de daaraan ten grondslag liggende rechtsoverwegingen van de rechtbank, inhoudende dat in het geval van gedaagde het collectief vervoer de goedkoopste adequate voorziening is in de zin van de in de aangevallen uitspraak weergegeven bepalingen van de Wvg en de Verordening.
Die grief treft, gelet op de jurisprudentie van de Raad (onder meer: CR 19 november 2003, LJN AO 052) doel. Hetgeen door gedaagde in dit geding is aangevoerd brengt de Raad niet tot een ander oordeel. Gelet daarop komt de aangevallen uitspraak, behoudens voorzover daarbij het inleidend beroep voor het overige ongegrond is verklaard, voor vernietiging in aanmerking. De Raad zal, doende wat de rechtbank had behoren te doen, het inleidend beroep voorzover dat betrekking heeft op de vervoersvoorziening, ongegrond verklaren. Voor een proceskostenveroordeling acht de Raad geen termen aanwezig.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Vernietigt de aangevallen uitspraak, behoudens voorzover daarbij het beroep voor het overige ongegrond is verklaard;
Verklaart het beroep, voor zover dat ziet op de vervoersvoorziening, ongegrond.
Aldus gewezen door mr. M.I. 't Hooft in tegenwoordigheid van S.M.A. School, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 14 december 2005.
(get.) M.I. ’t Hooft.
(get.) S.M.A. School.
MvK13125