ECLI:NL:CRVB:2006:AU9164
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. ’t Hooft
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over woonvoorziening elektrische deuropener met intercom en handsfree bediening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die volledig rolstoelgebonden is door een dwarslaesie, tegen het besluit van het College burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Appellant heeft verzocht om een tegemoetkoming voor een elektrische deuropener met intercom, waarbij hij stelt dat deze ook een handsfree bedieningsmogelijkheid moet hebben. De rechtbank Utrecht heeft in haar uitspraak van 8 maart 2004 het beroep van appellant ongegrond verklaard, omdat uit de medische adviezen niet bleek dat de handsfree bediening noodzakelijk was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 16 november 2005, maar beide partijen zijn niet verschenen. De Raad verwijst naar de eerdere uitspraak en concludeert dat er geen nieuwe argumenten zijn die de eerdere beslissing kunnen ondermijnen. Appellant heeft in hoger beroep herhaald dat hij een intercom met handsfree bediening nodig heeft, maar de Raad vindt geen aanleiding om af te wijken van het oordeel van de rechtbank.
De Raad bevestigt dat de standaarduitvoering van de elektrische deuropener met intercom voldoende is, gezien de medische adviezen en het programma van eisen van het revalidatiecentrum. De Raad ziet geen grond voor een veroordeling in de proceskosten en bevestigt de aangevallen uitspraak. De beslissing is gegeven door mr. M.I. ’t Hooft, in tegenwoordigheid van S.M.A. School als griffier, op 4 januari 2006.