ECLI:NL:CRVB:2006:AV0499
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- K. Zeilemaker
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens ernstig plichtsverzuim van een ambtenaar in het openbaar vervoer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die werkzaam was als personenvervoerder bij het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van de appellant tegen het ontslag ongegrond had verklaard. De appellant was sinds 7 december 1998 in dienst en werd op 22 januari 2003 strafontslag verleend wegens ernstig plichtsverzuim. Dit ontslag was gebaseerd op een depottekort van € 1.223,88, dat was ontstaan doordat de appellant gelden uit zijn depot had onttrokken voor privédoeleinden. Daarnaast had hij geen vervoerbewijzen verkocht aan passagiers, terwijl hij daartoe verplicht was, en had hij gereden met een tram waarvan de bel defect was zonder dit defect te melden.
De Raad overweegt dat de appellant niet heeft aangetoond dat hij anders is behandeld dan collega’s met een vergelijkbare situatie. De Raad concludeert dat het ontslag niet op willekeur berustte, aangezien er geen richtlijnen waren voor het opleggen van sancties in gevallen van depottekort, maar er wel adviezen werden uitgebracht voor consistentie. De Raad stelt vast dat de appellant zich niet heeft gedragen zoals van een goed ambtenaar verwacht mag worden en dat hij het vertrouwen van de werkgever ernstig heeft beschaamd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt.
De uitspraak werd gedaan op 19 januari 2006, waarbij de Raad geen termen aanwezig achtte voor vergoeding van proceskosten. De zaak is behandeld op 8 december 2005, waarbij de appellant werd bijgestaan door een advocaat en de gemeente Amsterdam zich liet vertegenwoordigen door twee medewerkers.