ECLI:NL:CRVB:2006:AV2041
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- J.Th. Wolleswinkel
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Onjuiste grond voor niet-ontvankelijkheid in besluit op bezwaar door interne communicatiestoornis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had het beroep van gedaagde, die in deze zaak is vertegenwoordigd door mr. A.J.M. van Meer, gegrond verklaard en het besluit van het College vernietigd. Dit besluit verklaarde het bezwaar van gedaagde tegen een ontslagbesluit van 21 juli 2003 niet-ontvankelijk. Het College stelde dat gedaagde niet tijdig de gronden van het bezwaar had ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat gedaagde niet op de hoogte was gesteld van de mogelijkheid dat zijn bezwaar niet-ontvankelijk verklaard zou kunnen worden.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het hoger beroep van het College niet slaagt. De Raad oordeelt dat uit de brief van gedaagde blijkt dat hij de intentie had om bezwaar te maken tegen het ontslagbesluit. De Raad wijst erop dat de brief van 26 augustus 2003, waarin om uitstel voor het indienen van de gronden van het bezwaar werd gevraagd, voldoende is om aan te nemen dat er een bezwaarschrift was ingediend, ook al waren de gronden nog niet geformuleerd. De Raad laat in het midden of er sprake was van een interne communicatiestoornis die leidde tot de onjuiste grond voor niet-ontvankelijkheid, maar bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Daarnaast heeft de Raad het College veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn vastgesteld op € 644,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan op 9 februari 2006, waarbij de Raad ook een griffierecht van € 422,- heeft opgelegd aan de gemeente Amsterdam.