ECLI:NL:CRVB:2006:AV4618
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- K. Zeilemaker
- J.L.P.G. van Thiel
- Rechtspraak.nl
Ontslag van docent bedrijfseconomie na reorganisatie in het hoger onderwijs
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van het College van Bestuur van de Universiteit van [plaatsnaam] tegen de uitspraak van de rechtbank [woonplaats] van 10 juni 2004. De gedaagde, een docent bedrijfseconomie, is ontslagen als gevolg van een reorganisatie die voortvloeide uit de invoering van de Bachelor/Masterstructuur. De reorganisatie leidde tot een wijziging van het curriculum, waarbij de focus verschoof van bedrijfseconomie naar belastingrecht. De gedaagde was van mening dat zijn functie niet terecht was opgeheven, omdat hij nog steeds een substantieel deel van bedrijfseconomie onderwees. De rechtbank had het besluit van het College van Bestuur vernietigd wegens ondeugdelijke motivering, maar het College ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting op 2 februari 2006 werd het standpunt van de appellant toegelicht. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de reorganisatie en de bijbehorende curriculumwijzigingen voldoende onderbouwd waren. De Raad stelde vast dat de inhoud van het onderwijs aanzienlijk was veranderd en dat de nieuwe vakken niet meer overeenkwamen met de oude functie van de gedaagde. De Raad concludeerde dat de opheffing van de functie van gedaagde gerechtvaardigd was, omdat de nieuwe onderwijsstructuur een andere benadering vereiste dan voorheen.
De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de gedaagde ongegrond. Tevens werd het besluit van 21 juli 2005, dat de opheffing van de functie betrof, vernietigd, omdat dit besluit niet meer op de juiste grondslag berustte. De Raad achtte geen termen aanwezig voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 9 maart 2006.