ECLI:NL:CRVB:2006:AV4651
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van invaliditeit en militair pensioen na ongeval tijdens militaire dienst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de Staatssecretaris van Defensie, met betrekking tot de beoordeling van zijn invaliditeit en het recht op militair pensioen na een ongeval tijdens zijn dienst. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M. Smid, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage, die zijn eerdere beroep ongegrond had verklaard. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 26 januari 2006, waarbij de gedaagde partij zich niet heeft laten vertegenwoordigen.
De appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Defensie, waarin werd vastgesteld dat er geen aanleiding was om een hoger percentage invaliditeit toe te kennen voor zijn rugklachten, die voortkwamen uit een ongeval in 1986. De Raad oordeelde dat de eerdere vaststelling van minder dan 10% invaliditeit niet kon worden herzien, omdat er geen objectieve medische bevindingen waren die een ernstiger aandoening konden onderbouwen. De rechtbank had ook geoordeeld dat de psychische klachten van de appellant niet in verband konden worden gebracht met zijn militaire dienst.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een vergoeding van proceskosten. De Raad benadrukte dat de etiologie van de somatoforme stoornis van de appellant multifactorieel was en dat er onvoldoende bewijs was voor een direct verband met de uitoefening van de militaire dienst. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp als voorzitter, met mr. G.L.M.J. Stevens en mr. H.R. Geerling-Brouwer als leden, en werd openbaar uitgesproken op 9 maart 2006.