ECLI:NL:CRVB:2006:AV8781
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- C.W.J. Schoor
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering op basis van geschiktheid voor eigen arbeid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die een WAO-uitkering heeft aangevraagd na uitval door wisselende gewrichtsklachten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 april 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de rechtbank Maastricht op 15 maart 2004 het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De appellant, die als dakdekker werkte, was op 7 december 2001 uitgevallen en had sindsdien klachten ervaren die volgens hem zijn arbeidsgeschiktheid beïnvloedden. De verzekeringsarts A. Kraft concludeerde echter dat de appellant niet vanwege ziekte of gebrek ongeschikt was voor zijn eigen arbeid, maar dat zijn fysieke bouw hem belemmerde in het uitvoeren van zijn functie. De Raad heeft de bevindingen van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat de appellant op de datum in geding weer in staat moest worden geacht tot het verrichten van zijn maatgevende arbeid. De Raad heeft ook opgemerkt dat de ARBO-dienst van de voormalige werkgever van de appellant geen relevante afwijkingen had vastgesteld die de arbeidsongeschiktheid zouden kunnen onderbouwen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.