ECLI:NL:CRVB:2006:AW1618
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- C.W.J. Schoor
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-schatting en onzorgvuldige besluitvorming door het Uwv
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, een bedrijf, tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 11 maart 2004. De rechtbank had het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaard. Het hoger beroep is ingesteld door mr. J.M. Walther, advocaat te Utrecht. De werkneemster, die als verkoopster bij appellant werkte, had zich op 10 juni 1997 ziek gemeld met rugklachten en klachten gerelateerd aan suikerziekte. De verzekeringsarts Y. Margry had haar onderzocht en vastgesteld dat zij arbeidsongeschikt was, maar er waren twijfels over de juiste ingangsdatum van haar WAO-uitkering.
In hoger beroep heeft het Uwv een nieuw besluit op bezwaar ingediend, waarin de ingangsdatum van de WAO-uitkering werd aangepast. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv de ingangsdatum niet correct had vastgesteld, omdat er geen rekening was gehouden met het zwangerschaps- en bevallingsverlof van de werkneemster. De Raad concludeert dat het besluit van het Uwv onzorgvuldig is voorbereid en niet deugdelijk is gemotiveerd. Daarom wordt het beroep van appellant gegrond verklaard en het besluit van het Uwv vernietigd.
De Raad oordeelt dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, waarbij de uitspraak van de Raad in acht moet worden genomen. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.775,38 bedragen, en moet het Uwv het betaalde griffierecht van € 131,- vergoeden aan appellant. De uitspraak is gedaan op 11 april 2006.