ECLI:NL:CRVB:2006:AW1855
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op kinderbijslag voor kinderen verblijvende in Marokko
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de vraag centraal staat of appellant recht heeft op kinderbijslag voor zijn kinderen El Mustapha, Chaimae en Marouane, die in Marokko verblijven. De uitspraak van de rechtbank dateert van 9 augustus 2004 en betreft de zaak met nummer 04/5157. De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 april 2006 uitspraak gedaan in deze zaak.
Appellant heeft hoger beroep ingesteld via zijn advocaat mr. P.J. Stronks. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft een verweerschrift ingediend en werd vertegenwoordigd door mr. G. van der Schuur tijdens de zitting op 24 februari 2006. De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar de relevante feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de aangevallen uitspraak.
Het geschil spitst zich toe op de vraag of appellant in het eerste kwartaal van 2003 aan de voorwaarden van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) heeft voldaan, door aan te tonen dat hij zijn kinderen in belangrijke mate heeft onderhouden. De Raad heeft vastgesteld dat de kinderen gedurende het kwartaal niet tot het huishouden van appellant behoorden, wat betekent dat hij een onderhoudsbijdrage moet aantonen.
De Raad concludeert dat het bedrag van € 1020,-- plus € 10,-- aan overmakingskosten onvoldoende is om aan de onderhoudseis te voldoen. Hierdoor heeft de Svb terecht geweigerd om appellant kinderbijslag toe te kennen. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door H.J. Simon, in tegenwoordigheid van griffier C.D.A. Bos, en is openbaar uitgesproken op 7 april 2006.