ECLI:NL:CRVB:2006:AW1869
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- C.D.A. Bos
- Rechtspraak.nl
Toegang tot vrijwillige verzekering AOW en ANW voor niet-ingezetenen
In deze zaak gaat het om de vraag of appellante, die in Marokko woont, in aanmerking komt voor deelname aan de vrijwillige verzekering ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Algemene nabestaandenwet (ANW). Appellante heeft in juni 2002 bij de Sociale verzekeringsbank (Svb) een verzoek ingediend voor deelname aan deze vrijwillige verzekering. De Svb heeft dit verzoek afgewezen, omdat appellante niet binnen de vereiste termijn van één jaar na het einde van de verplichte verzekering had aangemeld en bovendien niet verplicht verzekerd was geweest voor de AOW en ANW in het jaar voorafgaand aan haar aanvraag. De rechtbank Amsterdam heeft deze beslissing van de Svb bevestigd in haar uitspraak van 14 februari 2005, waartegen appellante in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 april 2006 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad overweegt dat volgens de artikelen 34, 35 en 36 van de AOW en 63, 63a en 63b van de ANW deelname aan de vrijwillige verzekering alleen mogelijk is in aansluiting op een periode van verplichte verzekering. Aangezien appellante nooit in Nederland heeft gewoond of gewerkt, kan zij niet worden beschouwd als verplicht verzekerd onder de AOW en ANW. De Raad bevestigt daarmee het standpunt van de Svb dat appellante niet in aanmerking komt voor deelname aan de vrijwillige verzekering.
De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om proceskosten te vergoeden, en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank. De uitspraak is gedaan door H.J. Simon, met C.D.A. Bos als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.