ECLI:NL:CRVB:2006:AW2951
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering voor vervolgingsslachtoffer op basis van medische motivering
In deze zaak heeft appellante, de weduwe van een vervolgingsslachtoffer, een aanvraag ingediend voor een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De aanvraag is gedaan op grond van de stelling dat haar overleden echtgenoot, die van Joodse afkomst was, tijdens de Duitse bezetting van Nederland vervolging heeft ondergaan. Appellante stelt dat de stress en de gevolgen van de oorlogservaringen van haar man hebben bijgedragen aan zijn gezondheidsproblemen, die uiteindelijk hebben geleid tot zijn overlijden op 13 augustus 2002.
De Raad voor de Rechtspraak heeft de aanvraag van appellante afgewezen. De afwijzing is gebaseerd op een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 9 november 2004 is genomen. De Raad heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 7 van de Wet. Dit artikel bepaalt dat recht op uitkering bestaat voor de weduwe van een vervolgde, indien het overlijden redelijkerwijs aan de vervolging kan worden toegeschreven.
De Centrale Raad van Beroep heeft het bestreden besluit beoordeeld en geconcludeerd dat de afwijzing deugdelijk is gemotiveerd op basis van medisch advies. Het advies stelde dat de oorzaken van het overlijden van betrokkene, waaronder hartstilstand, hypertensie, nierfalen en diabetes mellitus, niet in verband kunnen worden gebracht met de ondergane vervolging. De Raad heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat betrokkene ten tijde van zijn overlijden in het genot was van enige uitkering gerelateerd aan vervolgingsgerelateerde klachten.
Uiteindelijk heeft de Raad het beroep van appellante ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan op 6 april 2006, waarbij de betrokken rechters de beslissing hebben genomen in aanwezigheid van de griffier.