ECLI:NL:CRVB:2006:AW7914
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.M. Biever-van Leeuwen
- M.I. ’t Hooft
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag financiële tegemoetkoming in de kosten van eigen vervoer op basis van collectief vervoer
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2006, gaat het om een hoger beroep van appellant, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.E.F. Bredo, tegen het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor financiële tegemoetkoming in de kosten van eigen vervoer. De gemeente Tilburg had de aanvraag afgewezen op de grond dat appellant, met begeleiding, gebruik kan maken van het collectief vervoer.
De Raad heeft de argumenten van appellant, die stelde dat de hardheidsclausule toegepast had moeten worden, overwogen. De Raad oordeelde dat de gemeentelijke verordening, die de uitgangspunten van de goedkoopste adequate voorziening en het primaat van het collectief vervoer hanteert, in dit geval van toepassing is. De Raad verwees naar eerdere jurisprudentie die bevestigt dat het collectief vervoer als een aanvaardbare oplossing wordt gezien, mits er voldoende ondersteuning vanuit de omgeving van de betrokkene is.
De Raad concludeerde dat er in dit geval voldoende gezinsleden aanwezig zijn die, indien nodig, kunnen helpen bij het gebruik van het collectief vervoer. Dit leidde tot de bevestiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank Breda, die het beroep tegen het besluit op bezwaar ongegrond had verklaard. De Raad besloot dan ook om de aangevallen uitspraak te bevestigen, waarmee de afwijzing van de aanvraag in stand bleef.
De uitspraak werd opgemaakt in Utrecht op 22 februari 2006, met de handtekeningen van de plv. griffier en het lid van de enkelvoudige kamer.