ECLI:NL:CRVB:2006:AW9664
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M.C.M. van Laar
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de maatregel op ziekengeld wegens overtreding controlevoorschriften
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarin de rechtbank het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Het Uwv had besloten om de ziekengelduitkering van appellant te verlagen met 5% wegens overtreding van controlevoorschriften. Appellant had zich ziek gemeld vanuit een uitkeringssituatie ingevolge de Werkloosheidswet en was op 3 juni 2002 niet thuis tijdens een controlebezoek. Hij had op dat moment een bezoek aan de apotheek, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet gelijk te stellen was met een bezoek aan de behandelend arts, waarvoor de verplichting om thuis te blijven niet geldt. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv, maar de rechtbank heeft dit bezwaar verworpen. In hoger beroep heeft appellant enkel het argument herhaald dat hij op het moment van de controle een noodzakelijke afspraak had bij de apotheek. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant de controlevoorschriften heeft overtreden. De Raad is van mening dat er geen termen zijn om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op 3 mei 2006.