ECLI:NL:CRVB:2006:AX1609

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 mei 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05/5249 WUBO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • C.G. Kasdorp
  • G.L.M.J. Stevens
  • H.R. Geerling-Brouwer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag kostenvergoeding voor elektrische schrijfmachine en PC door de Raadskamer WUBO

In deze zaak heeft appellant, geboren in 1937 en uitkeringsgerechtigde op basis van psychische en lichamelijke klachten, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Dit besluit, gedateerd 25 maart 2005, wees zijn aanvraag voor een kostenvergoeding voor de aanschaf van een elektrische schrijfmachine of een personal computer af. De Raadskamer oordeelde dat het gebruik van een pc met printer en e-mail als algemeen gebruikelijk wordt beschouwd, waardoor er geen extra kosten zouden zijn door de invaliditeit van appellant als gevolg van oorlogsgeweld.

Appellant had in oktober 2004 de aanvraag ingediend omdat hij door een tremor in zijn rechterhand nauwelijks meer kon schrijven. In de bezwaarfase gaf hij aan dat een pc niet voldeed voor zijn doeleinden en dat hij een schrijfmachine of een anti-trilpen nodig had. De Raadskamer verklaarde het bezwaar gegrond en kende appellant een vergoeding toe voor de kosten van een anti-trilpen, maar appellant ging in beroep omdat hij niet met de anti-trilpen kon werken en alsnog een schrijfmachine wenste.

De Centrale Raad van Beroep, bestaande uit C.G. Kasdorp als voorzitter en de leden G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer, oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was. De Raad stelde vast dat de aanvraag van appellant in de bezwaarfase was gehonoreerd door de toekenning van de anti-trilpen, waardoor er geen procesbelang meer bestond. De uitspraak werd openbaar gedaan op 11 mei 2006, in aanwezigheid van griffier E. Heemsbergen.

Uitspraak

05/5249 WUBO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
en
de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: verweerster)
Datum uitspraak: 11 mei 2006
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft beroep ingesteld tegen een door verweerster onder dagtekening 11 juli 2005, kenmerk JZ/R70/2005, ten aanzien van hem genomen besluit ter uitvoering van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (hierna: de Wet).
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaats gevonden op 30 maart 2006. Appellant is in persoon verschenen. Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel, werkzaam bij de Pensioen- en Uitkeringsraad.
II. OVERWEGINGEN
Appellant, die is geboren in 1937 en op grond van psychische en lichamelijke klachten uitkeringsgerechtigde is in de zin van de Wet, heeft in oktober 2004 bij verweerster een aanvraag ingediend om een voorziening in de kosten verbonden aan de aanschaf van een elektrische schrijfmachine met correctielint of een personal computer, omdat hij ten gevolge van een tremor van de rechterhand nauwelijks meer kan schrijven.
Deze aanvraag heeft verweerster bij besluit van 25 maart 2005 afgewezen op de grond dat het bezit en gebruik van een pc met printer en/of gebruik van e-mail als algemeen gebruikelijk wordt beschouwd, zodat er geen sprake is van extra kosten op grond van appellants invaliditeit door het meegemaakte oorlogsgeweld.
In het kader van zijn tegen dit besluit ingediende bezwaar heeft appellant aangegeven dat een pc voor zijn doel - het schrijven van korte notities en invullen van bijvoorbeeld declaratieformulieren - niet voldoet en dat hij of een schrijfmachine met correctielint of een anti-trilpen nodig zou hebben.
Bij het bestreden besluit heeft verweerster, in het spoor van haar geneeskundig adviseur die op basis van verkregen informatie van appellants behandelend artsen de aanschaf van een anti-trilpen op grond van causale klachten medisch noodzakelijk acht, het bezwaar gegrond verklaard en appellant ingaande 1 oktober 2004 vergoeding toegekend van de kosten van aanschaf van een via de Parkinson patiëntenvereniging te verkrijgen anti-trilpen (“Dynamic Liner”).
Appellant is tegen dit besluit in beroep gekomen omdat hem inmiddels is gebleken dat hij met de anti-trilpen niet overweg kan. Hij wenst in aanmerking te worden gebracht voor de gevraagde schrijfmachine met correctielint.
De Raad moet evenwel vaststellen dat bij het bestreden besluit de aanvraag van appellant, zoals deze in de bezwaarfase door hem nader is gepreciseerd, door toekenning van de anti-trilpen geheel is gehonoreerd, zodat een procesbelang ontbreekt.
De Raad ziet dan ook geen ruimte om hetgeen door appellant in beroep aan de orde is gesteld ten gronde te beoordelen.
De Raad acht, ten slotte, geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake een vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door C.G. Kasdorp als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en H.R. Geerling-Brouwer als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van E. Heemsbergen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2006.
(get.) C.G. Kasdorp.
(get.) E. Heemsbergen.
HD
19.04