ECLI:NL:CRVB:2006:AX3059
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- Rechtspraak.nl
Overname van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 19 april 2005. De Centrale Raad van Beroep heeft op 8 mei 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep, dat betrekking heeft op de Werkloosheidswet (WW). Appellant had een uitkering aangevraagd bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en betwistte de weigering van het Uwv om het niet betaalde loon over de periode van 1 maart 2003 tot 4 juni 2003 over te nemen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bestond, en dit oordeel werd door de Raad bevestigd.
De Raad overweegt dat de vorderingen van appellant niet voor overneming in aanmerking komen, omdat deze niet duidelijk aanwijsbaar en niet voldoende concreet zijn. De Raad stelt vast dat appellant niet heeft aangetoond dat zijn voormalige werkgever een loondoorbetalingsverplichting had. Bovendien blijkt uit de gedingstukken dat collega's van appellant over de maand maart wel hun loon hebben ontvangen, wat de stelling van appellant ondermijnt.
De Raad concludeert dat de uitspraak van de rechtbank in overeenstemming is met de vaste jurisprudentie en dat er geen nieuwe gezichtspunten zijn aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. Daarom wordt het hoger beroep afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad ziet geen aanleiding voor een kostenveroordeling op grond van de Algemene wet bestuursrecht.