ECLI:NL:CRVB:2006:AX9554
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- K.J.S. Spaas
- C.W.J. Schoor
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring van verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2006 uitspraak gedaan over het verzet van A. El Aichra tegen een eerdere uitspraak van 17 augustus 2005, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.J. Manspeaker, had op 30 maart 2005 een beroepschrift per fax verzonden naar een verkeerd faxnummer, dat toebehoorde aan de rechtbank Utrecht. De Raad moest beoordelen of het hoger beroepschrift tijdig was ingediend, ondanks de foutieve verzending.
De Raad oordeelde dat het tijdstip van indiening bij het onbevoegde orgaan, in dit geval de rechtbank Utrecht, bepalend is voor de vraag of het hoger beroepschrift tijdig is ingediend. Aangezien het beroepschrift binnen de hoger beroepstermijn was verzonden, werd geconcludeerd dat het tijdig was ingediend, ook al had de rechtbank het niet doorgezonden naar de Raad. De Raad stelde vast dat er geen sprake was van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.
Op basis van deze overwegingen verklaarde de Centrale Raad van Beroep het verzet gegrond. De uitspraak van 17 augustus 2005, waartegen verzet was gedaan, verviel, en het onderzoek werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste indiening van beroepschriften en de gevolgen van een foutieve verzending voor de ontvankelijkheid van hoger beroep.