ECLI:NL:CRVB:2006:AZ2037
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- R. Kooper
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Beoordeling termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 november 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank ’s-Gravenhage. De rechtbank had op 30 juni 2005 geoordeeld dat appellant de wettelijke termijn van zes weken voor het indienen van zijn bezwaarschrift had overschreden. Appellant had in mei 2003 het college verzocht om een inhouding op zijn bezoldiging terug te betalen en om terugplaatsing in zijn oude functie. Het college had deze verzoeken in augustus 2003 afgewezen. Appellant diende hiertegen bezwaar in, maar dit werd door het college in maart 2004 ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat het ontbreken van een bezwaarclausule onder het primaire besluit niet automatisch leidt tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. De Raad benadrukte dat appellant uit het primaire besluit had kunnen afleiden dat hij bezwaar kon maken, ook al begreep hij dit pas na een tweede lezing. De Raad concludeerde dat de overschrijding van de termijn voor rekening van appellant moest blijven. De Raad heeft geen termen gezien om proceskosten te vergoeden.