ECLI:NL:CRVB:2007:AZ7917
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de herziening van de WAO-uitkering en de berekening van het dagloon
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 3 juli 2006, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond heeft verklaard. Het Uwv had bij besluit van 1 juni 2005 de WAO-uitkering van appellant herzien, waarbij het een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100% vaststelde en het dagloon berekende op € 76,01. Appellant was het niet eens met de hoogte van het dagloon en heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door het Uwv ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 4 januari 2007, waarbij appellant in persoon verscheen en het Uwv vertegenwoordigd werd door M.J.H. Maas. De Raad heeft vastgesteld dat het geschil beoordeeld moet worden aan de hand van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de relevante bepalingen. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld en dat de argumenten van appellant in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten bevatten die tot een ander oordeel kunnen leiden.
De Raad wijst erop dat appellant ten onrechte veronderstelt dat het Uwv bij de berekening van de uitkering uit moet gaan van een hoger dagloon dan het door het Uwv vastgestelde bedrag. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door B.J. van der Net, in tegenwoordigheid van R.E. Lysen als griffier, op 25 januari 2007.