ECLI:NL:CRVB:2007:AZ8971
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering en bevestiging van eerdere uitspraak door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 maart 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank had op 19 september 2004 (lees: oktober) geoordeeld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht had geweigerd om appellant per 30 juni 2002 een WAO-uitkering toe te kennen. Appellant, vertegenwoordigd door J.M.A.J. van Leest, heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij zijn eerdere argumenten herhaalde zonder nieuwe relevante gezichtspunten aan te dragen. Het Uwv, vertegenwoordigd door mr. A.E.G. de Jong, heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 26 januari 2007 zijn beide partijen gehoord.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en geconcludeerd dat de grieven van appellant afdoende zijn besproken en gemotiveerd. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe argumenten zijn gepresenteerd die de eerdere beslissing konden ondermijnen. Daarom heeft de Raad het hoger beroep verworpen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad heeft geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door J. Janssen, in tegenwoordigheid van M.H.A. Uri als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.