ECLI:NL:CRVB:2007:BA3821
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand onder verband krediethypotheek en inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand in de vorm van een geldlening onder verband van krediethypotheek. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De rechtbank had het beroep van appellant tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage ongegrond verklaard. Het College had eerder besloten dat appellant zijn bijstand over de periode van 18 mei 2004 tot en met 30 juni 2004 niet meer kon vaststellen, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij niet meer op het opgegeven adres woonde.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellant zijn woning op 18 mei 2004 heeft verkocht en dat hij zich op 24 mei 2004 heeft laten uitschrijven uit de Gemeentelijke Basisadministratie. Appellant had geen mededeling gedaan aan het College over zijn feitelijke woonsituatie, wat in strijd is met de inlichtingenverplichting zoals neergelegd in artikel 65, eerste lid, van de Algemene bijstandswet (Abw). De Raad oordeelt dat het College terecht heeft besloten tot intrekking van de bijstand en terugvordering van de gemaakte kosten, omdat appellant niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is genomen door Th.C. van Sloten, in tegenwoordigheid van R.E. Lysen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 april 2007.