ECLI:NL:CRVB:2007:BA6600

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/2774 WW, 06/2776 WAO, 06/2777 ZW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • M.A. Hoogeveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 mei 2007 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft de niet-betaling van het griffierecht, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. Appellante had verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar de Raad oordeelde dat de aangevoerde omstandigheden in het verzetschrift onvoldoende gronden boden voor gegrondverklaring van het verzet.

Het onderzoek ter zitting vond plaats op 11 april 2007, maar appellante was niet verschenen. Het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. mw. S.J.M.A. Clerx. De Raad heeft vastgesteld dat appellante op 14 juli 2006 was geïnformeerd dat er geen uitstel werd verleend voor de betaling van het griffierecht. Desondanks heeft zij het griffierecht niet voldaan, omdat zij eerst wilde weten of het hoger beroep zinvol was. De Raad oordeelde dat deze reden niet voldoende was om het niet-betalen van het griffierecht als verschoonbaar te beschouwen.

De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door M.A. Hoogeveen, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

06/2774 WW
06/2776 WAO
06/2777 ZW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[appellante] (hierna: appellante),
tegen de uitspraken van de rechtbank Haarlem van 28 maart 2006, 04-1981 WW, 04-1982 WAO en 04-1983 ZW (hierna: aangevallen uitspraken).
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna Uwv).
Datum uitspraak: 23 mei 2007.
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet van
18 oktober 2006 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraken niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen voornoemde uitspraak heeft appellante verzet gedaan.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 april 2007.
Daar is appellante, zoals tevoren schriftelijk bericht, niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. mw. S.J.M.A. Clerx.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 18 oktober 2006 berust hierop, dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat het griffierecht niet is voldaan.
De Raad is van oordeel dat de door appellante aangevoerde omstandigheden in onder meer het verzetschrift onvoldoende gronden bevatten die tot gegrondverklaring van het verzet kunnen leiden.
Uit hetgeen is aangevoerd kan de Raad niet anders afleiden dan dat appellante, hoewel bij brief van 14 juli 2006 erop gewezen dat geen uitstel werd verleend voor het betalen van het griffierecht, het griffierecht niet heeft betaald omdat zij eerst wilde weten of het -doorzetten van het- hoger beroep zin had en zij het risico niet wilde lopen het griffierecht niet terug te zullen krijgen. Dat acht de Raad onvoldoende grond om het niet-betalen van het griffierecht verschoonbaar te achten.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door M.A. Hoogeveen. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, uitgesproken in het openbaar op 23 mei 2007.
(get.) M.A. Hoogeveen.
(get.) M.D.F. de Moor.