ECLI:NL:CRVB:2007:BA7176
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontvallen procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 maart 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot de toekenning van een WAO-uitkering aan appellant. De zaak betreft de afwijzing van een verzoek om terug te komen van een eerder besluit tot intrekking van de uitkering per 15 november 1995. Appellant had verzocht om toekenning van een WAO-uitkering op grond van toegenomen arbeidsongeschiktheid na deze datum. De rechtbank Arnhem had eerder de beroepen tegen de besluiten van het Uwv ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 9 maart 2007 is appellant niet verschenen, terwijl het Uwv zich liet vertegenwoordigen door C. van Nood. De Raad heeft in zijn overwegingen aangegeven dat met de toekenning van een WAO-uitkering per 28 augustus 1998 niet is teruggekomen op de eerdere afwijzing van het verzoek om terug te komen van de intrekking van de uitkering. De Raad concludeert dat er geen procesbelang meer is, aangezien het Uwv aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen.
De Raad heeft de hoger beroepen niet-ontvankelijk verklaard en het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 966,-. Tevens is bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 139,- aan appellant dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos, in tegenwoordigheid van griffier T.R.H. van Roekel.