ECLI:NL:CRVB:2007:BA7735
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Arnhem inzake schadevergoeding en wettelijke rente door Uwv
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. P.J. van ‘t Hoff, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem van 23 maart 2005. De rechtbank had in deze uitspraak de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in het ongelijk gesteld. Op 16 april 2007 heeft appellant het hoger beroep ingetrokken, maar verzocht om schadevergoeding en vergoeding van proceskosten. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en met toestemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besproken, met name artikel 8:73a en artikel 8:75a, die betrekking hebben op de vergoeding van schade en proceskosten bij intrekking van het beroep. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv bij een nieuw besluit op bezwaar van 12 april 2007 geheel tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. Hierdoor was de Raad van mening dat het Uwv moest worden veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering, die verschuldigd was vanaf 31 december 2003.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat het Uwv ook in de proceskosten van appellant moest worden veroordeeld, welke kosten zijn begroot op € 322,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst, in tegenwoordigheid van griffier A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen, en is openbaar uitgesproken op 20 juni 2007.