ECLI:NL:CRVB:2007:BB0172
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- P.M. Okyay-Bloem
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WAO-uitkering na herbeoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 24 mei 2005, waarin de rechtbank het beroep van appellante gegrond verklaarde en het bestreden besluit van het Uwv vernietigde. Appellante, die als oproepkracht in de terminale zorg werkte, meldde zich op 18 oktober 1997 ziek met psycho-somatische klachten. Na een verzekeringsgeneeskundig onderzoek werd haar een WAO-uitkering toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. In het kader van de vijfdejaars herbeoordeling werd appellante op 2 december 2003 onderzocht door verzekeringsarts A.M.J.L. Erkens, die concludeerde dat er enige beperkingen waren, maar dat het niet duidelijk was waarom appellante niet zou kunnen functioneren op de arbeidsmarkt. Het Uwv herzag de WAO-uitkering van appellante naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35% per 27 maart 2004.
Appellante ging in bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond. In de beroepsprocedure stelde appellante dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was geweest en overhandigde rapporten van een psycholoog en een psychiater ter ondersteuning van haar standpunt. De rechtbank oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit niet kon worden betwist op basis van de overgelegde rapporten en bevestigde de beslissing van het Uwv.
In hoger beroep herhaalde de gemachtigde van appellante het standpunt dat appellante volledig arbeidsongeschikt was. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was om de medische beoordeling van het Uwv te herzien. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe medische gegevens waren overgelegd die een ander licht op de gezondheidstoestand van appellante zouden werpen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees de proceskostenveroordeling af.