ECLI:NL:CRVB:2007:BB9693
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- W.R. de Vries
- J.W. Schuttel
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 februari 2006, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had in een besluit van 9 maart 2001 het bezwaar van appellant tegen de weigering van een uitkering op grond van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) afgewezen, met de stelling dat appellant minder dan 15% arbeidsongeschikt was. Appellant heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij zich beroept op volledige arbeidsongeschiktheid vanaf zijn uitval op 28 augustus 1990.
Tijdens de procedure heeft het Uwv zijn standpunt herzien en aangegeven dat appellant met ingang van 16 augustus 1994 in aanmerking zou komen voor een WAO-uitkering, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Ondanks deze wijziging in standpunt heeft de Raad vastgesteld dat appellant belang heeft behouden bij zijn hoger beroep, vooral vanwege een verzoek om schadevergoeding. De Raad oordeelt dat het bestreden besluit van het Uwv, nu het niet langer wordt onderschreven, in rechte niet kan standhouden. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.
Het verzoek om schadevergoeding wordt echter afgewezen, omdat er eerst nadere besluitvorming door het Uwv noodzakelijk is. De Raad heeft wel geoordeeld dat het Uwv moet worden veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 966,--. De Raad heeft bepaald dat het Uwv aan appellant het betaalde griffierecht van € 132,-- vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 7 december 2007, met D.J. van der Vos als voorzitter en W.R. de Vries als griffier.