ECLI:NL:CRVB:2008:BC7733
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- C.P.M. van de Kerkhof
- H. Bedee
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en terugvordering uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin het beroep tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Appellant, die sinds 1 mei 2001 met psychische klachten uitgevallen is als zelfstandig autoschadehersteller, ontving vanaf 30 april 2002 een uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ). Deze uitkering werd in juni 2004 herzien naar een lagere mate van arbeidsongeschiktheid, wat leidde tot bezwaar van appellant. Het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond en vorderde te veel betaalde uitkering terug.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en de argumenten van appellant, die stelt dat zijn psychische problemen hem volledig belemmeren in het verrichten van arbeid, overwogen. Appellant heeft zijn standpunt herhaald dat hij niet in staat is om te werken, zelfs niet gedurende vier uur per dag, en heeft steun gezocht bij zijn behandelend psychotherapeut. De Raad heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat de psychische beperkingen van appellant ten tijde van de herziening zijn onderschat. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat appellant in staat is om de geselecteerde functies te vervullen, ondanks zijn psychische klachten.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen termen aanwezig geacht om de kosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken.