ECLI:NL:CRVB:2008:BC9485
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- M. Lochs
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding bij betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2008 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 31 oktober 2007, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft de verplichting van appellant om griffierecht te betalen, welke niet binnen de gestelde termijn was voldaan. Appellant stelde dat hij het schrijven van de Raad van 15 mei 2007, waarin hij op de betalingsverplichting werd gewezen, niet had ontvangen.
De Raad heeft echter vastgesteld dat er geen bewijs is dat het schrijven onjuist was geadresseerd en dat het niet retour is ontvangen. Bovendien was appellant in het bezit van een ander schrijven van 15 juni 2007, waarin duidelijk werd gemaakt dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. De Raad concludeert dat appellant niet in verzuim is geweest en dat zijn verzet ongegrond is.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten en de gevolgen van termijnoverschrijding. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J. Janssen, in tegenwoordigheid van M. Lochs als griffier, en is openbaar uitgesproken op 11 april 2008.