ECLI:NL:CRVB:2008:BD3424
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 mei 2008 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een verzet dat door appellant was ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad. De zaak betreft een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 20 februari 2007, waarin de rechtbank de zaak had behandeld onder nummer 06/2836. De Raad had eerder, op 7 september 2007, het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard. Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar de Raad moest beoordelen of dit verzet ontvankelijk was.
De Raad heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een verzetschrift zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak. In dit geval was de uitspraak op 10 september 2007 aangetekend verzonden, waardoor de termijn voor het indienen van het verzetschrift eindigde op 22 oktober 2007. Het verzetschrift van appellant is echter pas op 31 oktober 2007 ter griffie ontvangen, wat betekent dat de termijn was overschreden. De Raad heeft ook vastgesteld dat het verzetschrift op 30 oktober 2007 ter post was bezorgd, maar dit was na de afloop van de termijn.
De Raad heeft verder overwogen dat appellant geen argumenten heeft aangedragen die de termijnoverschrijding verschoonbaar zouden maken. Gezien deze omstandigheden heeft de Raad besloten het verzet niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet als leden. De griffier M.W.A. Schimmel was ook aanwezig bij de uitspraak, die openbaar is uitgesproken.