ECLI:NL:CRVB:2008:BD7546
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- M.A. Hoogeveen
- P. Boer
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WW-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2008 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 augustus 2007, maar het beroepschrift was niet binnen de vereiste termijn van zes weken na de bekendmaking van de uitspraak ingediend. De Raad had eerder, op 27 februari 2008, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar het onderzoek ter zitting op 5 juni 2008 heeft niet geleid tot een andere conclusie. De Raad oordeelde dat de door appellante aangevoerde omstandigheden in het verzetschrift geen nieuwe aanknopingspunten boden voor een ander oordeel. De Raad concludeerde dat appellante het beroepschrift niet tijdig per post had bezorgd en dat er geen redenen waren om aan te nemen dat zij niet in verzuim was geweest. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.