ECLI:NL:CRVB:2008:BD9822
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Intrekking van beroep en proceskostenvergoeding in WAO-zaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Geffen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 15 maart 2006 een uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 21 april 2008 heeft het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Hierop heeft appellante op 24 april 2008 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv geen verweer heeft gevoerd tegen de verzoeken van appellante. De Raad heeft vervolgens besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege kan blijven. De Raad heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Beroepswet in overweging genomen, die bepalen dat bij intrekking van het beroep, omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten.
De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten van appellante moet worden veroordeeld, omdat het bestuursorgaan volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen. De proceskosten zijn begroot op een totaalbedrag van € 1.003,70, inclusief kosten voor verleende rechtsbijstand en medische informatie. De Raad heeft bepaald dat dit bedrag door het Uwv aan de griffier van de Raad moet worden betaald. Tevens is aangegeven dat appellante zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het Uwv kan wenden.