ECLI:NL:CRVB:2008:BE8931
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- M.J.A. Reinders
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad inzake vergoeding kosten in bezwaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: appellant) tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 7 augustus 2007. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard voor zover dat gericht was tegen het niet beslissen op het verzoek om schadevergoeding in de vorm van een vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van appellant, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van het gedeeltelijk vernietigde besluit geheel in stand blijven. Tevens werd appellant veroordeeld in de kosten die betrokkene in beroep had gemaakt.
Appellant heeft hoger beroep ingesteld en betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat in het bestreden besluit niet is beslist op het verzoek van betrokkene. De Centrale Raad van Beroep heeft de vraag te beantwoorden of de rechtbank moet worden gevolgd in haar oordeel dat het bestreden besluit gedeeltelijk moet worden vernietigd. De Raad overweegt dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar heeft gemaakt, door het bestuursorgaan alleen vergoed worden op verzoek van de belanghebbende, voor zover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.
De Raad stelt vast dat in het bestreden besluit is vermeld dat betrokkene heeft verzocht om vergoeding van de kosten die hij heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar, en dat deze niet worden vergoed omdat het bezwaar ongegrond is verklaard. De Raad komt tot de conclusie dat de rechtbank niet gevolgd kan worden in haar oordeel dat in het bestreden besluit ten onrechte niet is beslist op het verzoek van betrokkene. De Raad oordeelt dat met de passage in het bestreden besluit een voldoende gemotiveerde beslissing is gegeven op het verzoek. Het hoger beroep slaagt, en de aangevallen uitspraak wordt vernietigd, waarbij het beroep alsnog ongegrond wordt verklaard. De Raad ziet geen aanleiding om proceskosten te vergoeden.