ECLI:NL:CRVB:2008:BE9927
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, is het hoger beroep van appellante ingetrokken. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 februari 2007. De Raad heeft vastgesteld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een besluit van 10 maart 2008 tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante, wat heeft geleid tot de intrekking van het hoger beroep. De gemachtigde van appellante heeft dit per brief op 9 april 2008 aan de Raad meegedeeld.
De Raad heeft vervolgens geoordeeld dat het Uwv moet worden veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.288,--, bestaande uit € 644,-- voor de procedure in beroep en € 644,-- voor de procedure in hoger beroep. De Raad heeft ook opgemerkt dat appellante zich met een verzoek om vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het Uwv kan wenden, indien dit griffierecht niet reeds door het Uwv is vergoed.
De uitspraak is gedaan door M.A. Hoogeveen, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 augustus 2008. De Raad heeft ook een verzoek om vergoeding van wettelijke rente over de nabetaling van de uitkering toegewezen, met als ingangsdatum 1 mei 2006. De verdere berekening van de rente is verwezen naar een eerdere uitspraak van de Raad.