ECLI:NL:CRVB:2008:BF5057
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- M.C.T.M. Sonderegger
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en beoordeling van medische beperkingen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de intrekking van zijn WAO-uitkering werd bevestigd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 september 2008 uitspraak gedaan. Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W.C. de Jonge, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 15 januari 2007. De rechtbank had geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de medische oordelen die aan het bestreden besluit ten grondslag lagen, niet onjuist of onvolledig waren. De rechtbank vernietigde echter het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat het rapport van de bezwaararbeidsdeskundige pas tijdens de procedure bij de rechtbank aan de eisen van inzichtelijkheid, verifieerbaarheid en toetsbaarheid voldeed.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat er ten onrechte geen rekening is gehouden met een rapport van neuroloog J.W. Stenvers en dat de gevolgen van een derde auto-ongeluk in mei 2005 niet zijn meegenomen in de beoordeling van zijn medische beperkingen. De Raad heeft vastgesteld dat het rapport van Stenvers niet is genoemd in het rapport van de arts M. Mirzoyan, maar dat er geen bewijs is dat deze arts niet op de hoogte was van dit rapport. De Raad concludeert dat de medische situatie van appellant adequaat is beoordeeld, ondanks de niet-vermelding van het rapport van Stenvers.
De Raad heeft ook vastgesteld dat er geen bewijs is voor het bestaan van een derde auto-ongeval en dat appellant niet voldoende gegevens heeft verstrekt over zijn medische situatie na een motorongeval in mei 2005. De Raad heeft de argumenten van appellant en zijn gemachtigde, ondersteund door rapportages van het Instituut Psychosofia, overwogen, maar heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid van de functionele mogelijkheden zoals weergegeven in de FML. Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak bevestigd voor zover deze was aangevochten, zonder termen aanwezig te achten voor een veroordeling in de proceskosten.