ECLI:NL:CRVB:2008:BF9494
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C.M. van Laar
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 28 november 2006, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Appellant had verzocht om terug te komen van een eerder besluit van 8 juli 1988, waarin hem geen uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) werd toegekend. Appellant stelde dat er nieuwe inzichten waren over zijn ziektebeeld, fibromyalgie, en dat dit aanleiding gaf om het eerdere besluit te herzien.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 oktober 2008 uitspraak gedaan. De Raad overwoog dat appellant bij zijn verzoek om herziening geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangedragen die een terugkomen van het eerdere besluit konden rechtvaardigen. De stukken die appellant had overgelegd, betroffen zijn gezondheidstoestand in 2005 en niet op de datum van het besluit in 1988. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv bevoegd was om het verzoek af te wijzen zonder nader onderzoek, aangezien er geen nieuwe feiten waren die een heroverweging rechtvaardigden.
De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak terecht was en dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat betreft de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door M.C.M. van Laar, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.