ECLI:NL:CRVB:2009:BI5964
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- M.B. de Gooijer
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening ambtenaar in functie van officier van justitie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2009 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorzieningen van een ambtenaar die werkzaam was als officier van justitie (OvJ). De verzoekster was te verstaan gegeven dat zij niet langer de primaire taken van haar functie mocht verrichten, omdat haar functioneren als onvoldoende werd beoordeeld. Dit besluit was genomen na een beoordeling op 30 januari 2009, waarbij de verzoekster was uitgenodigd om andere werkzaamheden te verrichten. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing en verzocht om een voorlopige voorziening om haar werkzaamheden als OvJ te hervatten.
De voorzieningenrechter heeft in zijn oordeel vastgesteld dat er geen redelijke mate van waarschijnlijkheid is dat de opdracht aan de verzoekster in rechte niet in stand kan blijven. Dit oordeel was gebaseerd op de informatie in het dossier, waaronder schriftelijke verklaringen van haar opleider en de kwaliteitsofficier. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoekster de geschiktheid mist om de primaire taken van haar functie goed te vervullen, en dat het hoofd van het parket het standpunt heeft kunnen innemen dat het niet langer aangewezen was dat de verzoekster deze taken verrichtte.
Daarnaast heeft de verzoekster verzocht om een voorlopige voorziening met betrekking tot het uitblijven van beslissingen op haar bezwaren tegen de opdracht, de beoordeling en de mededeling. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de behandeling van deze bezwaren al geagendeerd was door de Commissie bezwaarschriften. Hij ging ervan uit dat het bevoegde bestuursorgaan binnen drie weken na de uitspraak een beslissing zou nemen op het bezwaar tegen de opdracht, terwijl voor de andere bezwaren een langere termijn beschikbaar was. De uitspraak werd gedaan in Utrecht, en de griffier en de voorzieningenrechter hebben de beslissing ondertekend.