ECLI:NL:CRVB:2009:BI7708
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- C.P.M. van de Kerkhof
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op WIA-uitkering en de medische grondslag van het besluit van het Uwv
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) waarin werd vastgesteld dat zij geen recht had op een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 3 juni 2009 uitspraak gedaan. Appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. A.M. van Kuijeren, betwistte de zorgvuldigheid van het medische onderzoek dat door het Uwv was uitgevoerd. Het Uwv had in een eerder besluit, gedateerd 22 mei 2006, vastgesteld dat appellante met ingang van die datum geen recht op uitkering had. De rechtbank had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat het bestreden besluit berustte op een toereikende medische en arbeidskundige grondslag, maar had ook vastgesteld dat het Uwv pas adequaat had gemotiveerd waarom appellante de in aanmerking genomen functies zou kunnen vervullen nadat zij beroep had ingesteld.
Tijdens de zitting op 22 april 2009 heeft appellante haar bezwaren tegen het medisch onderzoek toegelicht. Ze voerde aan dat de verzekeringsarts onvoldoende recente medische informatie had verkregen van haar neurochirurg, J.A.L. Wurzer, en dat haar cardiale problemen niet voldoende in aanmerking waren genomen. De Raad heeft echter geconcludeerd dat er geen reden was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medische onderzoek en de conclusies van het Uwv. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts de relevante medische informatie had ontvangen en dat er voldoende functies waren die in aanmerking kwamen voor de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, wat betekent dat appellante geen recht heeft op een WIA-uitkering. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met H. Bolt als voorzitter en C.P.M. van de Kerkhof en P.J. Jansen als leden, in aanwezigheid van griffier M.A. van Amerongen.