ECLI:NL:CRVB:2009:BI8280
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die eerder was vastgesteld op 80% of meer, maar met ingang van 20 juni 2004 is herzien naar 15 tot 25%. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze herziening, maar dit bezwaar is ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank in de eerdere uitspraak niet opnieuw over de medische grondslag had mogen oordelen, aangezien dit oordeel al vaststond door een eerdere uitspraak. De Raad bevestigt dat er voldoende arbeidskundige grondslag is voor de herziening van de uitkering.
De zaak is behandeld in hoger beroep, waarbij appellante niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd door haar advocaat. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. De Raad overweegt dat de argumenten van appellante over de arbeidskundige grondslag niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de rechtbank. De functies die aan appellante zijn voorgehouden, zijn niet in strijd met haar beperkingen, en er is geen reden om aan te nemen dat zij deze functies niet kan vervullen.
De Raad concludeert dat het hoger beroep faalt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door G.J.H. Doornewaard, in tegenwoordigheid van A.C.A. Wit als griffier, op 5 juni 2009.