ECLI:NL:CRVB:2009:BJ0647
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- R. Kooper
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van onvoldoende inlichtingen over inkomen en vermogen
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die naar aanleiding van een melding door de sociale recherche van de regio Helmond zijn onderzocht. De melding betrof vermoedelijke werkzaamheden en het bezit van een camper door appellanten. Op basis van de onderzoeksresultaten, vastgelegd in een rapport van 21 juni 2005, heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond besloten om de bijstand over de periode van 13 juni 2002 tot en met 30 april 2005 in te trekken. Tevens werd een bedrag van € 44.153,96 teruggevorderd, na aftrek van verrekende vakantietoeslag. Daarnaast werd de bijstand met ingang van 1 mei 2005 beëindigd.
De rechtbank ’s-Hertogenbosch verklaarde het beroep tegen het besluit van 22 februari 2006 ongegrond. Appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. P.J.A. van de Laar, hebben hoger beroep ingesteld. Het College heeft een verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting vond plaats op 28 april 2009. Appellanten waren aanwezig, bijgestaan door hun advocaat, terwijl het College werd vertegenwoordigd door mr. D.L. Slegers.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht het beroep van appellanten heeft ontvangen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat de besluiten tot intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten van bijstand in rechte stand kunnen houden. Het hoger beroep van appellanten slaagt niet, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.