ECLI:NL:CRVB:2009:BJ0659
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning bijzondere bijstand en niet-ontvankelijk verklaring beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, die haar beroep niet-ontvankelijk had verklaard omdat zij het verschuldigde griffierecht niet tijdig had betaald. Appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en had bezwaar gemaakt tegen de weigering van bijzondere bijstand voor een bril en contactlenzen. De rechtbank oordeelde dat appellante het griffierecht niet binnen de gestelde termijn had voldaan, ondanks herhaalde aanmaningen van de griffier. Appellante voerde aan dat haar rechtszaak de enige mogelijkheid was om haar recht te halen en dat het oneerlijk was dat zij werd afgestraft omdat zij een brief in verband met ziekte niet tijdig had opgehaald.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante beoordeeld en vastgesteld dat zij niet had aangetoond dat het niet tijdig betalen van het griffierecht verschoonbaar was. De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht het beroep niet-ontvankelijk had verklaard, aangezien er geen feiten of omstandigheden waren die de vertraging in de betaling konden rechtvaardigen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door R. Kooper, in tegenwoordigheid van griffier B.E. Giesen, op 15 juni 2009. De beslissing bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarmee het geding zonder inhoudelijk oordeel werd beëindigd, in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever.