ECLI:NL:CRVB:2009:BJ0667
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over kostenvergoeding voor rapporten van Instituut Psychosofia
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 9 juli 2007, waarin werd geoordeeld dat de kosten voor rapporten van het Instituut Psychosofia niet voor vergoeding door het Uwv in aanmerking komen. Appellante, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, heeft hoger beroep ingesteld, maar het Uwv heeft verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep, onder verwijzing naar jurisprudentie van de Raad. De zitting vond plaats op 5 juni 2009, maar partijen zijn niet verschenen.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat appellante niet kan worden ontzegd dat zij procesbelang heeft bij het hoger beroep, aangezien het niet op voorhand vaststaat dat het door haar beoogde resultaat niet kan worden bereikt. De Raad wijst het verzoek van het Uwv om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren af, evenals het verzoek om veroordeling van appellante in de proceskosten. De Raad stelt vast dat het hoger beroep geen kans van slagen heeft, omdat het oordeel van de rechtbank in lijn is met eerdere uitspraken van de Raad over de vergoeding van kosten voor rapporten van Instituut Psychosofia.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover deze is aangevochten, en wijst erop dat het aanvechten van eerder gegeven oordelen op zich niet kan worden aangemerkt als kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. De uitspraak van de Raad is gedaan door J.W. Schuttel, in tegenwoordigheid van M. van der Vos als griffier, op 26 juni 2009.