ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1117

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-5730 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R. Kooper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van het hoger beroep inzake griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juni 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 23 september 2008. De rechtbank had het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht van € 107,-- niet binnen de gestelde termijn van vier weken was betaald. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar de Raad heeft in zijn overwegingen geen aanknopingspunten gevonden die erop wijzen dat de betalingstermijn niet zou zijn overschreden of dat de overschrijding appellant redelijkerwijs niet kan worden tegengeworpen. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet tijdig was voldaan, ondanks de aan appellant gegeven termijn en de aanmaning per aangetekend schrijven op 21 november 2008. Tijdens de zitting van 4 mei 2009 zijn partijen niet verschenen, wat de behandeling van het verzet niet heeft beïnvloed. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen reden is om af te wijken van de eerdere uitspraak van 17 februari 2009, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door R. Kooper, in tegenwoordigheid van griffier B.E. Giesen, en is openbaar uitgesproken op 15 juni 2009.

Uitspraak

08/5730 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 23 september 2008, 08/2733 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem (hierna College).
Datum uitspraak: 15 juni 2009
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 17 februari 2009 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen voornoemde uitspraak heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 4 mei 2009, waar partijen niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 17 februari 2009 berust hierop, dat het wegens het instellen van het hoger beroep ingevolge artikel 22, tweede lid, aanhef en onder a, van de Beroepswet verschuldigde griffierecht van € 107,-- niet binnen de bij aangetekend schrijven van 21 november 2008 gestelde termijn van vier weken is betaald en dat op grond van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De Raad ziet geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen dan in zijn uitspraak van 17 februari 2009 is gegeven. In aansluiting op hetgeen in die uitspraak is overwogen, overweegt de Raad dat hij ook in hetgeen in het verzetschrift is aangevoerd geen aanknopingspunten heeft gevonden voor het oordeel dat de betalingstermijn niet zou zijn overschreden of dat die overschrijding appellant redelijkerwijs niet kan worden tegengeworpen.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door R. Kooper. De beslissing is, in tegenwoordigheid van B.E. Giesen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 15 juni 2009.
(get.) R. Kooper.
(get.) B.E. Giesen.
NK