ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1297
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- C.P.M. van de Kerkhof
- H. Bedee
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en proceskosten in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: appellant) tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 april 2008. De rechtbank had in die uitspraak geoordeeld dat het besluit van appellant om de arbeidsongeschiktheid van betrokkene, vastgesteld op 15 tot 25%, niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de rapportage van de ingeschakelde deskundige, psychiater R. Tonneijck, niet was gevolgd, omdat deze aangaf dat betrokkene meer beperkingen had dan door appellant was aangenomen.
Appellant heeft hoger beroep ingesteld en betrokkene heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de procedure heeft appellant aanvullende stukken ingediend, maar deze werden niet in behandeling genomen omdat ze te laat waren ingediend. De Raad heeft overwogen dat de rapportage van de deskundige doorslaggevend was en dat er geen nieuwe medische ontwikkelingen waren die de eerdere conclusies konden ondermijnen.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep, die zijn begroot op € 322,-. Tevens is er een griffierecht van € 433,- opgelegd aan appellant. De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee leden de beslissing hebben genomen, en is openbaar uitgesproken op 24 juni 2009.