ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1312
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Weigering om terug te komen van eerder genomen rechtens onaantastbaar besluit in WAO-zaak
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 29 mei 2008, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 24 november 2005 geweigerd om terug te komen van een eerder genomen besluit, dat in rechte onaantastbaar was geworden. Dit besluit betrof de weigering van een WAO-uitkering aan appellant, die op 11 oktober 2000 was genomen. Appellant stelde dat er nieuwe feiten en/of veranderde omstandigheden waren die aanleiding moesten geven om het eerdere besluit te herzien. Hij voerde aan dat zijn belangen niet zorgvuldig waren afgewogen en verzocht om een medisch onderzoek door een deskundige.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 juni 2009 uitspraak gedaan. De Raad overwoog dat het Uwv in redelijkheid had kunnen weigeren om terug te komen van het besluit van 11 oktober 2000. De door appellant overgelegde medische stukken werden niet als nieuwe feiten of omstandigheden beschouwd die een herziening van het besluit rechtvaardigden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door G.J.H. Doornewaard, in tegenwoordigheid van griffier A.C.A. Wit, en werd openbaar uitgesproken.
De rechtbank had eerder overwogen dat appellant bij zijn verzoek om herziening nieuwe feiten of omstandigheden had moeten vermelden, wat hij had nagelaten. De medische rapportages die appellant had overgelegd, gaven geen aanleiding om meer beperkingen aan te nemen dan in het oorspronkelijke besluit was vastgesteld. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep faalde.