ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1355
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- C.P.M. van de Kerkhof
- H. Bedee
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medisch onderzoek in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Bij besluit van 18 oktober 2005 heeft het Uwv de uitkering van appellant, die voorheen was vastgesteld op een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, herzien naar 65 tot 80% met ingang van 13 december 2005. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit bezwaar ongegrond verklaard in een besluit van 13 april 2006. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij zij de medische grondslag van het besluit heeft onderschreven en de geduide functies als medisch geschikt heeft beoordeeld.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het medisch onderzoek onvoldoende zorgvuldig is uitgevoerd en dat zijn medische beperkingen niet correct zijn ingeschat. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is uitgevoerd. De Raad oordeelt dat de protocollen waar appellant zich op beroept, op de datum van 13 december 2005 nog niet van kracht waren, waardoor deze niet in zijn voordeel kunnen worden ingeroepen.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv pas in hoger beroep met een adequate onderbouwing is gekomen voor de medische geschiktheid van de geduide functies. Dit heeft geleid tot de vernietiging van het besluit van het Uwv, maar de rechtsgevolgen van dat besluit blijven in stand. Tevens is het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.288,- bedragen, en moet het Uwv het betaalde griffierecht van € 144,- vergoeden aan appellant. De uitspraak is gedaan op 1 juli 2009.