ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1832
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- C.P.M. van de Kerkhof
- H. Bedee
- Rechtspraak.nl
Weigering verhoging WAO-uitkering na medisch onderzoek door Uwv
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin de rechtbank het beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Het Uwv had op 26 januari 2007 geweigerd om de WAO-uitkering van appellante te verhogen, ondanks dat deze laatstelijk was berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft bezwaar aangetekend, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar op 22 oktober 2007 ongegrond.
De rechtbank heeft in haar uitspraak overwogen dat er geen aanleiding was om het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uwv onzorgvuldig te achten. De rechtbank baseerde zich hierbij op de conclusies van een onafhankelijk expertise-onderzoek dat was uitgevoerd door psychiater M. Kazemier. In hoger beroep herhaalde appellante dat haar beperkingen waren onderschat, maar de Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat er geen redenen waren om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en de conclusies van de verzekeringsartsen.
De Raad concludeerde dat de beschikbare medische gegevens, afkomstig van appellantes huisarts, psychiater en radioloog, geen steun boden voor de opvatting van appellante dat haar beperkingen onvoldoende waren erkend. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 juli 2009.